SV | Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over deze plaats en over haar inwoners brengen; al de vloeken, die geschreven zijn in het boek, dat men voor het aangezicht des konings van Juda gelezen heeft. |
WLC | כֹּ֚ה אָמַ֣ר יְהוָ֔ה הִנְנִ֨י מֵבִ֥יא רָעָ֛ה עַל־הַמָּקֹ֥ום הַזֶּ֖ה וְעַל־יֹושְׁבָ֑יו אֵ֤ת כָּל־הָאָלֹות֙ הַכְּתוּבֹ֣ות עַל־הַסֵּ֔פֶר אֲשֶׁ֣ר קָֽרְא֔וּ לִפְנֵ֖י מֶ֥לֶךְ יְהוּדָֽה׃ |
Trans. | kōh ’āmar JHWH hinənî mēḇî’ rā‘â ‘al-hammāqwōm hazzeh wə‘al-ywōšəḇāyw ’ēṯ kāl-hā’ālwōṯ hakəṯûḇwōṯ ‘al-hassēfer ’ăšer qārə’û lifənê meleḵə yəhûḏâ: |
Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over deze plaats en over haar inwoners brengen; al de vloeken, die geschreven zijn in het boek, dat men voor het aangezicht des konings van Juda gelezen heeft.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over deze plaats en over haar inwoners brengen; al de vloeken, die geschreven zijn in het boek, dat men voor het aangezicht des konings van Juda gelezen heeft.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!